“Ik ben goed bezig. Ik snap niet dat anderen ook niet doen. ”
Als er dingen niet in de haak zijn, zijn we geneigd om de vinger van ons af te wijzen. Het is makkelijk je eigen handelen te vergelijken met een ander die in jou ogen minder goed bezig is. Maar ben je in staat ook jezelf te vergelijken met iemand die verder gaat als jij? Of zeg je dan. ‘Ja maar, dat gaat me wel heel ver’ of ‘ik ben de Paus niet’.
Ons zelf in de spiegel zien is niet onze sterkste kant. Zelfs al we echt naar ons zelf proberen te kijken lijden we aan een soort van Anorexia. We kunnen onszelf blijkbaar niet objectief bekijken. Zelfreflectie is heel goed mogelijk door kritiek van anderen te ontvangen in plaats van af te wuiven of terug te kaatsen. Dit is niet zo makkelijk. Er wordt wat afgepraat over wat anderen allemaal niet goed doen. Maar als we worden geconfronteerd met eigen falen dan is de ruimte te klein. Terwijl het eigenlijk heel moedig is om je eigen falen toe te geven. Dat is het hem nu juist. We zijn zo bang om aan de schandpaal genageld te worden, oftewel metaforisch gezien, dood te gaan, dat we niet bereid zijn om onze fouten toe te geven. Angst is hier blijkbaar de drijvende kracht. Deze angst heeft zich collectief genesteld in de samenleving en is heel goed te zien in de Media en Politiek en iets lastiger (het komt nu wel heel dicht bij) gewoon bij jezelf en je omgeving. Zolang we deze angst niet aangaan zal er altijd een gevoel van onvrede en onbehagen in ons blijven bestaan en zal de spiegel ergens op een donker plekje op zolder blijven staan.
Je hebt een hele mooie weblog en ik vind het knap wat je doet. Goed voorbeeld doet goed volgen.
Hoi Marijke, dankje voor je compliment (-: